In onderstaand schema zijn de risico’s inclusief risicoscore vermeld. De gewijzigde risico’s en risico’s met een hoge risicoscore (8 en hoger) worden nader toegelicht:
Omschrijving risico's: | Programma | Verwachte kans | Verwachte impact | Incidenteel of structureel | Risicoscore |
---|---|---|---|---|---|
Exogene risico's: | |||||
Uitkeringen van het Rijk | 0 | 80 | ↓ 1.100.000 | Structureel | 25 |
Transities Sociaal Domein | 6 | 80 | 1.000.000 | Structureel | 25 |
Exploitatietekort Wsw IMpact | 6 | 70 | 150.000 | Structureel | 20 |
SPUK | 5 | 70 | 80.000 | Incidenteel | 15 |
Lagere legesopbrengsten omgevingsvergunning (a.g.v. omgevingswet) | 8 | 70 | 65.000 | Structureel | 15 |
Bijstand zelfstandigen | 6 | 50 | 30.000 | Structureel | 10 |
Leerlingenvervoer | 4 | 40 | 50.000 | Structureel | 6 |
Bodemsaneringen | 7 | 20 | 500.000 | Incidenteel | 5 |
Inkomensdeel Participatiewet | 6 | 20 | 100.000 | Structureel | 4 |
Renteontwikkelingen | 0 | 10 | 50.000 | Structureel | 3 |
Minder inkomsten uit dividenden | 0 | 0 | ↓ 0.000 | Structureel | 0 |
Endogene risico's: | |||||
Accomodatiebeleid | 0 | ↑ 75 | ↑ 1.000.000 | Structureel | 25 |
Bijdrage aan negatief resultaat grondexploitaties | 8 | ↑ 75 | ↑ 7.000.000 | Incidenteel | 25 |
Personeel, krapte arbeidsmarkt - nieuw | 0 | 50 | 300.000 | Structureel | 20 |
Kosten ICT | 0 | 50 | 100.000 | Structureel | 20 |
Personeel (politiek verlof c.q. detachering/terugkeergarantie) | 0 | 40 | 200.000 | Structureel | 8 |
Procedures subsidies | 5 | 40 | 50.000 | Incidenteel | 6 |
Garantstellingen OFW (WSW) | 8 | 1 | 1.060.000 | Incidenteel | 5 |
Garantstelling HVC | 7 | 10 | 1.050.000 | Incidenteel | 5 |
Aansprakelijkheidsclaim | 0 | 10 | 250.000 | Incidenteel | 4 |
Toereikendheid VZ Afvalstoffenheffing | 7 | 1 | 250.000 | Incidenteel | 4 |
Garantstelling Impact | 6 | 10 | 240.000 | Incidenteel | 4 |
Europese aanbestedingen | 0 | 10 | 150.000 | Incidenteel | 4 |
Overige garantstellingen | 0 | 5 | 110.000 | Incidenteel | 4 |
Gladheidbestrijding | 2 | 20 | 100.000 | Incidenteel | 4 |
Schade vandalisme | 0 | 40 | 30.000 | Incidenteel | 4 |
Minimabeleid | 6 | 10 | 50.000 | Structureel | 3 |
Gebruik accommodaties | 0 | 5 | 50.000 | Incidenteel | 3 |
Re-integratieprocedure personeel | 0 | 5 | 40.000 | Incidenteel | 2 |
Lagere inkomsten begraafplaats | 7 | 20 | 30.000 | Structureel | 2 |
Kosten bestuursdwang | 0 | 10 | 15.000 | Incidenteel | 1 |
Totaal | 15.200.000 | ||||
waarvan structureel | 4.225.000 | Structureel | |||
waarvan incidenteel | 10.975.000 | Incidenteel |
* Risico’s van grondexploitaties worden apart berekend in de perspectiefnota.
Toelichting omvangrijkste risico's
Risico’s Sociaal Domein
Het financiële risico Sociaal Domein (SD) is dat de taken niet binnen het vastgestelde financiële scenario kunnen worden uitgevoerd.
De Begroting 2020 bevat een stevige ambitie voor wat de financiële kaders betreft. We staan voor deze opgave en nemen de afgesproken maatregelen. Desondanks blijft de uitvoering van taken in het SD het karakter houden van een openeinde. Een toe- of afnemende zorgvraag vanuit de samenleving, de praktische haalbaarheid of effectiviteit van bedachte activiteiten en maatregelen en/of de ontwikkelingen van inkomsten maakt dat er te allen tijde een risico is op overschrijding van het budget.
Voor de komende jaren is met de vaststelling van de kadernota en begroting 2019 het budget voor het SD vastgesteld. Om te komen tot een sluitende begroting SD is gekozen voor scenario 2 uit het rapport van Berenschot. Scenario 2 houdt de voortzetting en aanscherping van de maatregelen in (20 maatregelen uit rapport Berenschot en meegenomen in de aangenomen Strategie SD) die moeten leiden tot een besparing op de kosten en een bijdrage uit de algemene middelen. Voor 2020 is de inbreng vanuit de algemene middelen vastgesteld op € 1,9 miljoen. Voor 2020 zijn de kosten voor het sociaal domein binnen de financiële kaders van Berenschot gebleven.
Risico’s Wmo
Toelichting
De Wmo bevat onder meer de volgende risico’s:
- Het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo neemt toe;
- Het abonnementstarief heeft een aanzuigende werking op het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo;
- Nieuw contract hulpmiddelen zorgt voor hogere tarieven;
- Meer gebruik van duurdere zorg dan verwacht;
- Onvoldoende gebruik van voorliggende algemene voorzieningen mede vanwege covid19;
- Toename van verwarde mensen in schrijnende omstandigheden;
- Toename van ontregelde huishoudens van mensen met verstandelijke beperkingen en/of geestelijke gezondheidsproblemen;
Beheersmaatregel
Om bovenstaande risico’s te beperken zijn de volgende maatregelen getroffen:
- Door de eenduidige toegang en werkwijze werken we integraal, vraag- en resultaatgericht. Oplossingen zullen meer gevonden worden in het sociaal netwerk en algemene voorzieningen. We werken samen in het, waar nodig, opstellen van één plan van aanpak voor ondersteuning en zorg van inwoners;
- Door een regisseur zorg en veiligheid aan te stellen kunnen we de toename aan verwarde mensen opvangen. In de nieuwe contractperiode zijn we gestart met een resultaatgerichte aanpak. Op termijn verwachten we ook hier een besparing mee te bereiken;
- De verbeteringen in de monitoring zal ons meer informatie opeveren om tijdig te sturen op afwijkingen van de begroting en van de beleidsdoelen.
- De werkwijze "resultaatgericht werken" stuurt op de afspraken tussen de gemeente, aanbieder en inwoner. Gemeente stelt samen met de inwoner de resultaten op, inwoner en aanbieder werken om de resultaten te behalen binnen de gestelde tijdsduur. Waar mogelijk is zorg eindig en kunnen inwoners verder zonder professionele maatwerkondersteuning. Door deze werkwijze zijn de verwachtingen duidelijk van het traject en worden minder trajecten verlengd.
Risico’s Jeugdwet
Toelichting
De besparingsopdracht 2020 is bijna volledig gerealiseerd. De kleine overschrijding wordt veroorzaakt door incidentele extra kosten in verband met COVID 19 en de afhandeling van het risicodossier jeugdhulp met verblijf. Bij de Jeugdwet is daarnaast ook sprake van het risico dat de uitvoering van beleid niet de tot de gewenste resultaten leidt. Nadat in de 2e helft van 2018 een daling is ingezet van de instroom en het aantal ingezette voorzieningen zien we vanaf eind 2019 weer een stijging die zich heeft voortgezet in 2020. Als deze stijging zich voortzet, zal de gewenste besparing in 2021 niet gerealiseerd kunnen worden.
Onzekerheden zijn verder binnen de Jeugdwet:
- Het woonplaatsbeginsel;
- Ophoging leeftijd jeugdhulp van 18 tot 21 jaar voor pleegzorg en gezinshuizen;
- Wijziging Jeugdwet.
Het nieuwe woonplaatsbeginsel wordt per 1 januari 2022 doorgevoerd. Vanaf die datum is de gemeente waar jeugdigen vandaan kwamen voordat zij in jeugdhulp met verblijf ontvingen verantwoordelijk (inhoudelijk en financieel). Hierdoor komen verschuivingen in het budget voor voogdij en 18+ (het niet objectieve deel) dat per gemeente beschikbaar is. Naast de ophoging van de leeftijd voor pleegzorg, is eind 2019 ook de leeftijd voor gezinshuizen opgehoogd tot 21 jaar. Afgesproken is dat het Rijk financiële middelen toevoegt aan het gemeentefonds, dat gemeenten zorg dragen voor de uitvoering van de afspraak en dat partijen na twee jaar gezamenlijk het effect van de afspraak onderzoeken. De wijziging van de Jeugdwet heeft betrekking op de intensivering van de (boven)regionale samenwerking en legt nadere eisen op aan de te bieden jeugdhulp. Dit kan een kostenopdrijvend effect hebben op de tarieven.
Beheersmaatregel
Om bovenstaande risico’s te beperken, nemen we maatregelen:
- Samen met de toegang zijn we actief om de instroom, doorstroom en uitstroom meer in balans te krijgen en in te zetten op de zelfredzaamheid van onze inwoners.
- Naast de omgekeerde verordening hebben we in 2020 nieuwe nadere regels opgesteld waarbij grenzen gesteld worden aan de reikwijdte van de jeugdhulp in Dronten.
- In de nieuwe contractperiode zijn we gestart met een resultaatgerichte aanpak. Op termijn verwachten we ook hier een besparing mee te bereiken.
- De verbeteringen in de monitoring zal ons meer informatie opleveren om tijdig te sturen op afwijkingen van de begroting en van de beleidsdoelen.
Risico’s Participatiewet
Toelichting
Voor de beleidscyclus 2019–2022 wordt er gewerkt met de strategie Sociaal Domein en de daaraan gekoppelde themaplannen. Dit gebeurt binnen de financiële kaders vanuit de Kadernota 2019. De risico’s voor de Participatiewet liggen bij het al dan niet succesvol implementeren van de maatregelen die zijn benoemd voor de uitvoering van de Participatiewet binnen de genoemde financiële kaders.
Beheersmaatregel
Met de verschillende producten binnen de P&C-cyclus wordt gemonitord of de maatregelen succesvol worden geïmplementeerd.
Risico inkomensdeel P-wet
Toelichting
Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAW, Bbz 2004 en voor de inzet van de loonkostensubsidie (BUIG). Deze BUIG is gebaseerd op een verdeelmodel.
Verdeelmodel
Op 1 januari 2015 is het nieuwe verdeelmodel voor de BUIG in werking getreden. Op basis van objectieve factoren (enquêtegegevens) werd de kans berekend dat een huishouden in de bijstand zit. Het kabinet heeft er destijds voor gekozen om 2015 en 2016 aan te merken als overgangsjaren.
In 2017 is het verdeelmodel aangepast. Belangrijkste verandering in dit model was dat gebruik werd gemaakt van integrale data in plaats van de enquêtegegevens. Hierdoor zit elk Nederlands huishouden in het model en is geen herweging meer nodig.
Met ingang van 2019 is het verdeelmodel uitgebreid. Dit model is gebaseerd op de ontvangst van de uitkering (volumecomponent) en de hoogte van de uitkering (prijscomponent). Ook wordt rekening gehouden met de factoren die de hoogte van de bijstand van een huishouden beïnvloeden, met name de kans op deeltijdwerk. Het verdeelmodel is hiermee uitontwikkeld, wel blijft onderhoud noodzakelijk.
Beheersmaatregel
In de uitvoering zetten we optimaal in op de poortwachtersfunctie, arbeidsbemiddeling en handhaving om instroom te beperken en uitstroom te bevorderen en daarmee de uitgaven op het inkomensdeel te beperken. Vanaf 2017 heeft de gemeente Dronten geen tekort meer gehad op de BUIG. Indien blijkt dat de BUIG niet toereikend is, kan de gemeente voor een tekort vanaf 7,5% een verzoek indien voor een extra rijksbijdrage (vangnetregeling). Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden. Tekorten tot en met 7,5% moeten binnen de eigen begroting opgelost worden. In 2013 is de bestemmingsreserve Inkomensdeel ingesteld. Voor incidentele overschrijdingen (waar onder een crisissituatie) wordt dit bestemmingsreserve ingezet. De reserve is gemaximaliseerd op € 1,5 miljoen. Deze stand is in 2018 bereikt.
Gezien de overschotten van de afgelopen jaren en het bestemmingsreserve vervalt het risico van € 100.000.
COVID-19
Een onzekere factor is de gevolgen van COVID-19. Het Rijk heeft bij het vaststellen van de BUIG wel rekening gehouden met de te verwachten extra bijstandslasten. Hoe de verdeling van deze middelen moet plaatsvinden is op dit moment nog onduidelijk. VNG en gemeenten zullen betrokken worden bij het bepalen van de verdeelsleutel van het deelbudget COVID-19. Indien blijkt dat de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen ontoereikend zijn (inclusief vangnetregeling), kunnen wij terugvallen op het bestemmingsreserve.
Risico op bijdrage in exploitatietekort werkvoorzieningschap IMpact (Wsw)
Toelichting
IMpact voert de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit voor de gemeenten Kampen en
Dronten via een gemeenschappelijke regeling. Daarnaast richt IMpact zich onder andere op de brede doelgroep uit de Participatiewet en Wajongers. De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling dragen naar rato bij aan een eventueel exploitatietekort. Dronten draagt 25% van de tekorten van IMpact. In de herziene programmabegroting 2021-2024 van het Werkvoorzieningsschap Kampen Dronten loopt het begrote tekort op de Wsw af van € 736.000 in 2021 naar € 630.000 in 2024, waardoor de bijdrage in het tekort voor Dronten afloopt van € 184.000 tot € 157.500. Daarnaast staat de gemeente vanaf 2011 garant voor geldleningen van IMpact bij de BNG. Voor die garantstelling heeft Dronten een 1e hypotheek gevestigd op de bedrijfslocatie van IMpact in Dronten. Dit risico is onder garantstellingen opgenomen.
Beheersmaatregel
IMpact heeft in 2017 Ondernemingsplan opgesteld voor de jaren 2018 – 2021. In dit plan stelt IMpact een scenario ‘Lokaal investeren’ voor. Hierin ligt de koers voor de
toekomst waarmee antwoord gegeven wordt op de toegevoegde waarde en de betaalbaarheid. De gemeenten volgen en beoordelen de ontwikkelingen bij IMpact aan de
hand van maandrapportages. In de kadernota 2019 is voorgesteld om voor de
meerjarenbegroting Dronten rekening te houden met een jaarlijkse bijdrage in het
exploitatietekort van € 160.000 (conform de eindafrekening 2017). Daarbij is ook rekening gehouden met het Lage Inkomensvoordeel (berekening UWV 2017). Het verschil met de meerjarenbegroting 2021-2024 van IMpact (gemiddeld € 10.000) is als risico opgenomen.
COVID-19
In 2020 heeft het Rijk besloten om de SW-bedrijven te compenseren voor de gevolgen van COVID-19. Deze compensatie heeft positief doorgewerkt in de exploitatierekening van Impact. Zonder deze compensatie zou de bijdrage in het tekort hoger zijn dan het bedrag waar in de meerjarenbegroting 2019-2022 rekening is gehouden.
In 2021 heeft Impact ook te maken met de gevolgen van COVID-19. Het is nog onduidelijk of het Rijk de SW-bedrijven gaat compenseren.
Accommodatiebeleid
Ten behoeve van Dekkend aanbod onderwijs is voor de herijking van het accommodatiebeleid aanvullend budget nodig om de wettelijke onderwijshuisvesting investeringen te kunnen doen. De vereiste vervangingen van gebouwen laten een forse financiële en inhoudelijke uitdaging zien.
Beheersmaatregel
Het doel is om dit tekort, onder meer in gesprek met de gebruikers van het gemeentelijk vastgoed, naar beneden bij te stellen.
Risico Uitkeringen van het Rijk
Toelichting
De Algemene Uitkering gemeentefonds is afhankelijk van de Rijksuitgaven (samen de trap op en samen de trap af) en van wijzigingen in het verdeelmodel van de Algemene Uitkering. Forse kortingen kunnen leiden tot een meerjarig niet sluitende begroting. Het Rijk gaat de verdeelsystematiek van de Algemene Uitkering herzien. Dit zal naar verwachting tot uiting komen bij de Meicirculaire 2022. Een wijziging in de verdeelsystematiek valt, naar alle waarschijnlijkheid, nadelig uit voor de gemeente Dronten. Het is ook mogelijk dat het landelijke hoogte van het BTW-compensatiefonds ontoereikend is, en dat er in de nabije toekomst sprake blijkt te zijn van een korting op de Algemene Uitkering als gevolg van een overschrijding in het BTW-compensatiefonds. Tot slot is er nog geen definitieve hoogte bepaald voor de extra middelen Jeugd voor de jaren 2022 en 2023. Ook dit vormt een risico.
Beheersmaatregel
De afspraken tussen de VNG en het Rijk worden nauwgezet gemonitord om tijdig een inschatting te kunnen maken van de onzekerheid met betrekking tot de Algemene Uitkering. De laatste inzichten (februari 2021) geven inderdaad aan dat de gemeente Dronten nadeel gemeente wordt bij de herziening van de Algemene Uitkering. Dit onderdeel van het risico is aangepast naar de laatste inzichten.
Risico grondexploitatie: risico op tekorten ten laste van de algemene reserve
Toelichting
Wanneer tekorten en afwaarderingen in de grondexploitatie niet binnen de algemene
reserves van de grondexploitatie kunnen worden opgevangen, dient vanuit de algemene
reserve een aanvulling plaats te vinden op de algemene reserve Grondexploitatie. De woningmarkt lijkt zich goed staande te houden ondanks de coronapandemie. Bij de uitgifte van de bedrijventerreinen, zien we de effecten van het huidige economisch herstel terug in de verkoop van bedrijfskavels. Met de belastingdienst is in 2019 een Vaststellingsovereenkomst afgesloten waarin de uitgangspunten en methode voor de aangiften VpB zijn opgenomen. Bij het opstellen van de jaarrekening en de perspectiefnota zijn deze effecten financieel verwerkt.
Nu actief begonnen is met de gehele herontwikkeling van het Hanzekwartier, neemt het kans op (grotere) negatieve grondexploitaties aanzienlijk toe, met als gevolg dat de kans waarschijnlijker wordt dat er een beroep moet worden gedaan op de algemene reserve om de tekorten af te dichten. Dit vertaalt zich in een hoger risicobedrag en een hogere kans van optreden. Het betreft echter een incidenteel risico.
Beheersmaatregel
Grondexploitaties worden bij de Jaarstukken geactualiseerd. Tegelijkertijd wordt de voortgang en financiële stand van zaken strak gemonitord. Indien tussentijds substantiële wijzigingen voordoen, worden deze indien nodig aan de gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming. Woningbouwprognoses worden periodiek bijgesteld met als uitgangspunt een woningbouwprogramma van 250 woningen per jaar zoals benoemd in de Woonvisie.
In november 2016 is een nieuwe nota grondbeleid aan de raad aangeboden waarin de wijzigingen BBV en VpB zijn verwerkt en zijn door de raad beheersmaatregelen vastgesteld om de risico's af te dekken. De stand van de reserve Grondexploitatie per 1-1-2021 is nihil.
Risico leges omgevingsvergunningen als gevolg van Wet kwaliteitsborging en op termijn na vaststellen Omgevingsplan
Toelichting
Door het in werking treden van de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging verandert er veel. Het principe van legesheffing verandert niet. Ook de wettelijke grondslag voor het heffen van leges verandert niet. De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, die vergunningverlening en het bouwtoezicht voor een deel wegneemt bij de gemeenten, zal geld gaan kosten. En dat geld is niet terug te krijgen via de leges. Daarnaast zijn veel toekomstige besluitvormingstrajecten van invloed op de beoogde maximale kostendekkendheid van de leges. De besluitvorming gaat onder andere over:
- Mogelijk nieuwe activiteiten toestaan om leges over te heffen;
- (Mogelijk) minder vergunningplichten, dus meer vergunningvrij;
- Meer integrale vergunningen (meerdere belanghebbenden met gezag betrokken);
- Planactiviteiten worden minder complex (of juist complexer).
Beheersmaatregel
De pilots die zowel in 2020 als in 2021 gestuurd en georganiseerd worden, moeten leiden tot een goede onderbouwde kostprijsberekening op basis van de nieuwe wet- en regelgevingen. Of daarmee de beoogde maximale kostendekkendheid gerealiseerd kan worden, is een landelijke vraag die (nog) niet beantwoord kan worden en daardoor een voorlopig blijvend risico tot 2030.
Risico kosten ICT
Toelichting
Op het gebied van ICT gaan de ontwikkelingen snel en worden steeds hogere eisen gesteld. Het risico blijft aanwezig dat de komende jaren zowel incidenteel als structureel hogere kosten ICT noodzakelijk zijn. Naast financiële risico's speelt bij ICT ook het risico informatieveiligheid.
Beheersmaatregel
De teammanager IM (informatiemanagement) is verantwoordelijk voor beheersing van de ICT budgetten. Er is een ICT-adviesgroep ingesteld die zich richt op ontwikkelingen en prioritering van ICT. In 2017 is een nieuw meerjarig informatiebeleidsplan vastgesteld, die wordt in 2021 vernieuwd.
Het informatieveiligheidsbeleid is in 2019 door het college vastgesteld en wordt in 2021 vernieuwd.
Heeft het risico zich in 2020 voorgedaan?
Nee, we zijn binnen de budgetten gebleven en zoals aangegeven zijn de structurele lasten meegenomen in de begroting. Daarnaast zijn met betrekking tot informatieveiligheid geen incidenten gebeurd die extra kosten tot gevolg hadden.
Risico krapte op de arbeidsmarkt
Toelichting
De schaarste van personeel nam voor het coronatijdperk op de arbeidsmarkt reeds toe. Tegelijkertijd vergrijzen wij als organisatie en is wendbaarheid steeds belangrijker. In bepaalde beroepsgroepen neemt daardoor het risico toe dat we geen goed gekwalificeerd personeel hebben of binnen kunnen houden.
Dit kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van het werk en/of het kan leiden tot een hogere werkdruk. Het financiële gevolg heeft betrekking op hogere kosten omdat vacatures niet worden ingevuld en er meer (en duurder) moet worden ingehuurd. Dit risico wordt ingeschat op basis van verwachte uitstroom in de komende jaren en een percentage van de functies die als moeilijk invulbaar worden ingeschat. Daarmee komen we op een financieel gevolg van € 300.000 (hogere inhuurkosten op gemiddeld 5 vacatures per jaar). Het gaat om een risico dat afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt een aantal jaren kan voortduren.
Beheersmaatregel
Er worden trainee-trajecten ingezet om jongeren binnen te halen. Met betere opleiding- en ontwikkelmogelijkheden willen we een aantrekkelijk werkgever zijn en medewerkers binden en boeien. Hiertoe hebben we onder andere de Dronten Academie opgezet. Verder zijn we een pilot gestart met de gemeenten Noordoostpolder en Urk en het waterschap Zuiderzeeland en hebben gezamenlijk een recruiter aangenomen. De recruiter is aan het werk met onze arbeidscommunicatie en de recruiter wordt ingezet op moeilijk vervulbare vacatures. Tot slot zal in 2021 een coronascan worden uitgevoerd om de effecten van corona op de lokale economie en arbeidsmarkt te onderzoeken.
Risico SPUK
Toelichting
Sinds 1 januari 2019 kunnen gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die hen in rekening wordt gebracht voor investeringen in sport niet meer in aftrek brengen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten sinds die datum gebruikmaken van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport (SPUK).
Gemeente Dronten verhuurt de binnensportaccommodaties btw-belast aan Optisport. Optisport exploiteert de sportaccommodaties en ontvangt hiervoor een vergoeding. Het is op dit moment nog niet duidelijk of Optisport als winst beogend wordt aangemerkt voor de omzetbelasting. Om als winst beogend voor de omzetbelasting te worden aangemerkt moet onder andere een kostprijs dekkende huur voor de accommodaties in rekening worden gebracht. Afhankelijk van de uitkomst van de vraag of Optisport winst beogend is voor de omzetbelasting kan gemeente Dronten wel of niet gebruik maken van de SPUK voor het deel van de binnensport-accommodaties.
Als de uitkomst is dat Optisport als winst beogend kan worden aangemerkt, kunnen we geen gebruik maken van de SPUK en zullen de ontvangen subsidie bedragen over 2019 en 2020 terugbetaald moeten worden.
De regeling heeft een maximum uit te keren bedrag dat naar waarschijnlijkheid volledig is benut, waardoor achteraf geen mogelijkheid meer is om alsnog een bedrag te claimen.
Vanwege deze reden heeft gemeente Dronten de SPUK voor de binnensport-accommodaties wel aangevraagd.
Mocht de uitkomst zijn dat Optisport niet als winst beogend kan worden aangemerkt, dan is de SPUK terecht aangevraagd maar moet de verrekende en gecompenseerde BTW die drukt op de kosten en de investeringen van de sportaccommodaties vanaf 1-1-2019 terugbetaald worden.
Wij verrekenen momenteel de btw op basis van de wet omzetbelasting dan wel compenseren deze op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds.
De Belastingdienst heeft tot op heden geen uitspraak gedaan over de btw-positie van Optisport.
Risico effecten COVID-19
Toelichting
De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de continuïteitsveronderstelling van de gemeente Dronten. Echter, als gevolg van de uitbraak van COVID-19 wereldwijd, zijn door de Nederlandse overheid ingrijpende maatregelen genomen om de verspreiding van dit virus onder controle te krijgen. Deze maatregelen en mogelijke maatregelen die nog volgen, hebben naar verwachting belangrijke financiële gevolgen voor instellingen in Nederland. Deze gevolgen zijn op dit moment nog niet te overzien. De door de Nederlandse overheid genomen maatregelen kunnen impact hebben op de ontwikkeling van de opbrengsten en daarmee de ontwikkeling van het resultaat. Ook de financiële positie (liquiditeit en solvabiliteit) kan daardoor onder druk komen te staan. Door de Nederlandse overheid is een breed pakket aan maatregelen aangekondigd ter ondersteuning van instellingen. Op grond van de financiële positie van de gemeente Dronten per balansdatum en de positieve invloed van de ondersteuningsmaatregelen door de Rijksoverheid die de negatieve financiële gevolgen van de uitbraak van COVID-19 zullen beperken, acht het college een duurzame voortzetting van de activiteiten niet onmogelijk. De jaarrekening is dan ook opgemaakt uitgaande van de veronderstelling van continuïteit. Er is dan vooralsnog ook geen financieel risico opgenomen als gevolg van de COVID-19-uitbraak.