Visie
Kaders
Daarnaast wordt grondbeleid in de gemeente niet alleen beïnvloed door de (ontwikkelingen in de) gemeente zelf (zoals de Structuurvisie Dronten 2030), maar ook door de ontwikkeling en regelgeving vanuit Europa, de rijksoverheid en de provincie.
Het wettelijke kader voor het opstellen van gemeentelijk grondbeleid wordt ondersteund door een aantal instrumenten geregeld in de Wet ruimtelijke ordening, de Onteigeningswet, de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) (deze instrumenten worden in 2020-2021 onderdeel van de Omgevingswet) en de Wet Markt en Overheid. De financiële kaders zijn opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten (BBV) en de Financiële verordening ex. art 212 van de Gemeentewet.
Uitgangspunten Structuurvisie
In de Structuurvisie Dronten 2030, vastgesteld in 2012, is een aantal beleidsuitgangspunten voor het grondbeleid opgenomen. Op basis van deze structuurvisie is de Nota kostenverhaal in november 2016 vastgesteld.
Woonvisie
De raad heeft op 30 juni 2016 de Woonvisie Groeien met kwaliteit 2016–2021 vastgesteld. In de woonvisie wordt aangegeven hoe de gemeente aankijkt tegen de opgaven in het woonbeleid en de kwantitatieve en kwalitatieve doelen die zij voor de periode 2016-2021 wil bereiken. In de woonvisie staan de volgende opgaven centraal:
- Bouwen is groeien: de ambitie is gericht op een woningbouwproductie van 250 woningen per jaar;
- Inspelen op vergrijzing: dit vraagt een woningvoorraad die voldoende toegankelijk is;
- Huisvesting van bijzondere (zorg)doelgroepen: studenten, zorgdoelgroepen, spoedzoekers, tijdelijke arbeidsmigranten, vergunning/statushouders en woonwagenbewoners. Voor hen moet voldoende en passende huisvesting beschikbaar zijn;
- Leefbare kernen: inwoners van Dronten blijken over het algemeen zeer tevreden over hun woonomgeving. Dat neemt niet weg dat er ook gewerkt wordt aan verbeterpunten.
Met het door de gemeenteraad vaststellen van de bestuurlijke Startnotitie voor de Integrale Leefomgeving is besloten een nieuwe Woonvisie te integreren in de nieuw op te stellen integrale visie en de daarvoor opgenomen planning. Tot die tijd zullen de doelstellingen en beleidskeuzes uit de huidige Woonvisie worden doorgezet.
Grondbeleid van het Rijk
De Rijksoverheid onderkent diverse ontwikkelingen in relatie tot het grondbeleid. De minister van Infrastructuur en Milieu heeft de Tweede Kamer in haar brief d.d. 25 november 2015 geïnformeerd over de visie van het kabinet op het grondbeleid in het licht van de maatschappelijke opgaven. In deze brief geeft zij aan hoe ze het instrumentarium voor het grondbeleid wil verbeteren met een Aanvullingswet Grondeigendom, die zal opgaan in de Omgevingswet.
Voor actief grondbeleid geeft de huidige wetgeving al voldoende instrumenten, zoals onteigening, het voorkeursrecht en herverkaveling in het landelijk gebied. Deze instrumenten zitten nu nog in verschillende wetten. De minister van Infrastructuur en Milieu wil het gebruik van deze instrumenten vereenvoudigen door ze toegankelijker te maken en waar mogelijk te harmoniseren.
De nieuwe Omgevingswet als wettelijk kader voor het grondbeleid
Op 1 januari 2022 wordt de Omgevingswet ingevoerd. Daarmee wordt het omgevingsrecht vereenvoudigd en gebundeld in één samenhangende wet. De Omgevingswet vervangt 26 wetten. Daarnaast wordt het huidige aantal AMVB's en ministeriële regelingen gedecimeerd. De Omgevingswet vormt straks ook het wettelijk kader voor het grondbeleid. Diverse wetten die nu nog van kracht zijn en het grondbeleid beïnvloeden worden opgenomen in de Omgevingswet zoals de Wet voorkeursrecht gemeenten, de Crisis en herstelwet, de Onteigeningswet en de afdeling grondexploitatie van de Wet op de ruimtelijke ordening. Het is de bedoeling dat met deze nieuwe wetgeving eenvoudiger, efficiënter en beter aan een duurzame leefomgeving wordt gewerkt.