Interbestuurlijk toezicht (IBT)
Daarnaast zijn met de provincie in het kader van het Convenant Interbestuurlijk Toezicht (IBT) ook afspraken gemaakt over het opnemen van bepaalde kengetallen in de P&C-documenten. Interbestuurlijk toezicht is een wettelijke taak van de provincie waarbij zij toezicht houdt op de taakuitoefening door gemeenten. Het wettelijke uitgangspunt is dat de provincie voor alle beleidsterreinen de toezichthouder op gemeenten is met uitzondering van de terreinen waarop de provincie geen taken heeft. Het specifiek toezicht vormt hierop een uitzondering, waarbij met name het financieel toezicht integraal, op alle gemeentelijke domeinen, van toepassing is.
Inleiding
Interbestuurlijk toezicht is een wettelijke taak van de provincie waarbij zij toezicht houdt op de taakuitoefening door gemeenten. Het wettelijke uitgangspunt is dat de provincie voor alle beleidsterreinen de toezichthouder op gemeenten is met uitzondering van de terreinen waarop de provincie geen taken heeft. Het specifiek toezicht vormt hierop een uitzondering, waarbij met name het financieel toezicht integraal, op alle gemeentelijke domeinen, van toepassing is.
Provincie en gemeenten zullen zich inspannen om op basis van transparantie, begrip en vertrouwen te komen tot een effectieve en efficiënte wijze van interbestuurlijk toezicht. Door het optimaliseren van het zelfregulerend vermogen van de gemeente en de versterking van controle door de gemeenteraden kan de provincie terughoudend met het toezicht omgaan. In de bestuursovereenkomst hebben partijen binnen Flevoland de uitgangspunten vastgelegd voor de vernieuwde interbestuurlijke verhoudingen en de wijze waarop zij met elkaar wensen om te gaan. Het Rijk blijft toezichthouder voor de gemeenten op die terreinen, waar provincies geen taak en expertise hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwijswetten en sociale zaken.
Toezichtgebieden
Het college van B&W moet op een zestal beleidsthema's voldoen aan een aantal wettelijke afspraken. In deze paragraaf staan we stil bij deze zes thema's en in hoeverre we per thema aan de wettelijke afspraken hebben voldaan. Dit wordt aangegeven met 'terugblik'.
Het IBT betreft de onderstaande toezichtgebieden:
1. Financiën
In samenspraak met de provincie is afgesproken dat in de paragraaf IBT voor het onderdeel financiën ingegaan wordt op de volgende onderdelen: sluitende meerjarenbegroting, weerstandsvermogen, materieel evenwicht (structurele baten zijn in evenwicht met de structurele lasten) en de schuldpositie.
De gemeente Dronten heeft een separate hoofdstuk in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing opgenomen. Dronten viel, met inachtneming van art. 203 van de Gemeentewet vanaf begroting 2016 onder repressief toezicht van de provincie met de kleur groen. Voor de begroting 2021 geldt een oranje kleur qua toezichtregime in verband met de opgave om de begroting structureel in evenwicht te houden vanwege de taakstellingen oplopend tot ca. € 2,5 mln. en deze met Zero Based Begroten (ZBB) in te lossen.
2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Bouwen en Milieu)
Bescherming van mens en natuur tegen schade en gevaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor uitvoering van toezicht en handhaving en deugdelijke kwaliteit van het nalevingstoezicht.
In kader van het IBT wordt jaarlijks een verslag Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) opgesteld. Het Verslag VH 2019 is in september 2020 aan de raad aangeboden. Voor de inhoud verwijzen wij u naar het desbetreffende rapport, gezien de veelheid van speerpunten.
3. Ruimtelijke ordening
De gemeenteraad stelt, voor een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente één of meer structuurvisies en bestemmingsplannen vast. Jaarlijks wordt er in het kader van het IBT een Jaarverslag Ruimtelijke ordening (RO) opgesteld. Het Jaarverslag RO over het jaar 2019 is in oktober 2020 door de raad behandeld. De conclusie is dat de gemeente Dronten voldoet aan alle afspraken met een kleine nuancering wat betreft de actualiteit van bestemmingsplannen. Dit laatste met het oog op de wetswijziging van de Wet ruimtelijke ordening uit 2018. Met deze wijziging is de actualisatieplicht voor bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar vervallen, zodat de focus voor de gemeentelijke organisaties meer kon liggen op de invoering van de Omgevingswet. Voor meer inhoud verwijzen wij u naar dit jaarverslag. Het Jaarverslag RO over het jaar 2020 zal medio 2021 aan de raad worden aangeboden.
4. Huisvesting vergunninghouders
Gemeenten geven uitvoering aan de wettelijke taak om verblijfsgerechtigden tijdig te huisvesten. Het aantal wordt door het Rijk in de halfjaarlijkse taakstelling bepaald. In het kader van IBT legt de gemeente verantwoording af aan de provincie over de mate waarin de taakstelling is gerealiseerd.
5. Archiefwet
Het doel van het toezicht op archief- en informatiebeheer is om bij gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen te komen tot een betrouwbare informatievoorziening.
Uit het jaarlijkse verslag blijkt dat er twee punten zijn die speciale aandacht behoeven. Deze aandachtspunten krijgen vorm in 2020 en 2021. Dit betreft het kwaliteitssysteem, en het metadataschema (TMLO). Het kwaliteitssysteem gaat in 2020 verder vorm krijgen, zal in dat jaar bestuurlijk worden vastgesteld, en aansluitend worden ingevoerd. Het toepassen van een kwaliteitssysteem is een wettelijke verplichting. Ook gaat het metadataschema (TMLO) vorm krijgen. Dit wordt projectmatig opgepakt. Mede met het oog op de aansluiting op het e-Depot is dit punt belangrijk. Een ander belangrijk punt ten aanzien van het informatie en archiefbeheer betreft de implementatie van het nieuwe zaak- en registratiesysteem. Deze actiepunten hebben prioriteit, en zijn tevens terugkerende agendapunten tijdens de reguliere overleggen met de gemeentearchivaris.
6. Monumenten en archeologie
Ten aanzien van Rijksmonumenten (beschermd stads/dorpsgezicht) en Archeologie is er toezicht op gemeentelijke ruimtelijke plannen en op vergunningverlening en handhaving.
Voor het onderwerp 'monumenten en archeologie' is afgesproken dat de gemeenten tweejaarlijks toezichtinformatie aan de provincie verstrekken in de vorm van de Monitor Erfgoedinspectie die iedere twee jaar door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt uitgebracht. Het ministerie stelt de Monitor Erfgoedinspectie op aan de hand van de gegevens die door de gemeenten worden aangeleverd.